Overleg Achmea inkoopbeleid 2015, nog niet afgerond

vrijdag 19 september 2014

Overleg Achmea inkoopbeleid 2015, nog niet afgerondOp 18 september 2014, heeft overleg plaatsgevonden van het CVO Achmea, regionale samenwerkingsverbanden van eerstelijns verloskundigen in het werkgebied van Achmea en de KNOV. Hierin is afgesproken het volgende gezamenlijke bericht te sturen aan Achmea. Het betreft de contracten die Achmea aanbiedt aan de verloskundigen voor 2015.

Voorop is gesteld dat Achmea door de verloskundigen als een bondgenoot wordt gezien in hun streven om de organisatie van de gezondheidszorg in het algemeen en de geboortezorg in het bijzonder, zo dicht mogelijk bij de burgers te brengen. Dit in de overtuiging dat daardoor de kwaliteit en de doelmatigheid het best wordt gediend. Voor de geboortezorg betekent dit “wat kan bij de verloskundige en wat moet bij de medisch specialist”.

De afgelopen weken is er desondanks discussie ontstaan over de contracten voor 2015 en daarmee over het door Achmea gewenste inkoopbeleid. De introductie van de nieuwe module integrale geboortezorg vanaf 1 januari 2015, alsook over de uitleg hierbij, maar ook de inhoud van de aangeboden contracten en de wijze waarop het overleg hierover heeft plaats gevonden, zijn aanleiding voor dit gezamenlijke statement
De verloskundigen wijzen een op voorhand mogelijke tariefkorting van 3% in 2016 als in 2015 zou blijken dat verloskundigen niet voldoen aan zogenaamde groeivoorwaarden gericht op integrale geboortezorg, principieel af. Verloskundigen onderschrijven de meerwaarde van integrale zorg en daarmee goede samenwerking van de ketenpartners, waaraan ook in gezamenlijkheid moet worden gewerkt. Verloskundigen erkennen ook dat zorgverzekeraars en dus ook Achmea, een verantwoordelijkheid hebben om de alom gewenste samenwerking te stimuleren. Een meer positieve inzet hiervoor kan en zal bijdragen aan de gewenste uitkomst. Daarin past naar de mening van verloskundigen niet dat met tariefkortingen wordt gedreigd.

In het inkoopbeleid echoscopie is opgenomen als voorgenomen instapvoorwaarde voor 2016, dat een zorgverlener voldoet aan de minimale norm voor aantallen echo’s en biometrie van 150 elk. Verloskundigen vinden de inhoud en onderbouwing van een dergelijke norm een verantwoordelijkheid van de beroepsvereniging en zijn ook bekend met het gegeven dat de KNOV met ook andere vertegenwoordigers van de betrokken zorgverleners een kwaliteitsnorm wil vaststellen. Hiermee wordt naar de mening van de verloskundigen op een juiste manier invulling gegeven aan een op zich terechte wens van Achmea voor een kwaliteitssysteem omtrent de echoscopie in de eerste lijn.

De wijze waarop het proces rondom het contract 2015 is gelopen heeft tot misverstanden met betrekking tot de Module Integrale Geboortezorg geleid. Dit betreft o.a. het uitgangspunt dat Achmea verloskundigen zou willen verplichten om binnen 2 jaar met een integraal tarief te werken met het VSV als contractpartner. Inmiddels deelt Achmea het inzicht dat er nog duidelijkheid moet ontstaan of en zo ja hoe een integraal tarief kan bijdragen aan het realiseren van integrale zorg maar ook welke organisatievorm daarvoor het best kan zijn. Daarom zijn de extra randvoorwaarden van Achmea voorbarig en hebben een averechts effect op het bereiken van integrale zorg.

Verloskundige delen de mening dat het VSV belangrijk is voor de ketenpartners en ook steeds belangrijker wordt, om op inhoudelijke aspecten gezamenlijk beleid vast te stellen. In die zin zien de verloskundigen de laatste jaren dan ook een goede vooruitgang in de werkwijze en samenstelling van vrijwel alle VSV’s. De inzet van Achmea om benutting van de Module Integrale Zorg te verbinden aan de verplichting dat een aanvraag ondersteund en ondertekend wordt door het gehele VSV, vinden verloskundigen niet passend bij de NZa-voorwaarden en dus te rigide. Bovendien geven zij Achmea het advies om verloskundigen met behulp van de Module in gelegenheid te stellen om bovenpraktijkse organisaties van verloskundigen op te zetten. Hiermee kan vanuit een meer gelijkwaardige positie aan integrale zorg gewerkt worden. Dit is ook in het belang van zorgverzekeraars aangezien daardoor de kwaliteit en doelmatigheid wordt gediend. Feitelijk stellen verloskundigen vast dat er meer tijd nodig is om de uitgangspunten voor benutting van de Module gezamenlijk vast te stellen. Dit impliceert dat Achmea de elektronische aanvraag van de Module blokkeert.

Verloskundigen zijn van mening dat een serieus partnership betekent dat het overleg over het contract 2015 en de Module Integrale Geboortezorg verder gevoerd moet worden.

19 september 2015




Zoeken